Geen vergoeding huisvestingskosten
De Hoge Raad heeft in een arrest geoordeeld dat een uitzendbedrijf huisvestingskosten in rekening mag brengen bij buitenlandse werknemers die tijdelijk op een bouwproject in Nederland te werk zijn gesteld. Volgens de cao Bouwnijverheid mogen dergelijke huisvestingskosten voor Nederlandse werknemers niet in rekening worden gebracht. De zaak draait om de uitleg van het begrip woning volgens de cao Bouwnijverheid: is dat de woning waar ze tijdelijk in Nederland verblijven, of hun woning in hun thuisland?
De zaak betrof een uitzendbureau in de bouw dat bij haar werknemers uit Polen, Duitsland en Roemenië kosten voor huisvesting inhield op het nettoloon. Ook werden kosten voor huisvesting tegen brutoloon uitgeruild via een zogenoemde ET-regeling. In de cao Bouw & Infra is vastgelegd dat uitzendkrachten recht hebben op een vergoeding van dubbele huisvestingskosten (art. 55). De FNV had in deze zaak betoogd dat, in geval van arbeidsmigranten, met ‘woning’ (en ‘huiswaarts keren’) in art. 55 lid 1 cao is bedoeld (de reis naar) hun woonplaats in het land van herkomst. Daarom moet de werkgever of de kosten van huisvesting in Nederland vergoeden of huisvesting dichtbij het werk kosteloos ter beschikking stellen. Volgens het uitzendbureau geldt dit niet voor een arbeidsmigrant die in de omgeving van zijn werkplek is gehuisvest.
De kantonrechter en het hof hadden de vordering van FNV afgewezen. In cassatie volgt de Hoge Raad de uitleg van het hof. De FNV had betoogd dat het hof ten onrechte was voorbijgegaan aan de stelling van de FNV dat de Nederlandse verblijfplaats van de migrant naar haar aard tijdelijk is. Na afloop van de werkzaamheden kunnen ze er slechts kort nog verblijven. De Hoge Raad volgt die stelling niet en geeft aan dat het begrip woning in art. 55 lid 1 van de cao moet worden uitgelegd als de plaats waar de werknemer in de periode die het werk duurt, zijn reguliere verblijfplaats heeft. Dit kan de tijdelijke verblijfplaats zijn waarnaar de werknemer dagelijks na het werk terugkeert en waar hij slaapt, maar dit kan ook een verder van het werk gelegen woning of verblijfplaats zijn. De ‘woning’ van een werknemer in de zin van art. 55 lid 1 cao kan daardoor volgens de Hoge Raad, anders dan de FNV kern betoogt, een andere plaats zijn dan de gewone verblijfplaats van de werknemer.
Bron: HR 4-05-2018
Geen reacties